Spijsvertering.

met het spijsverteringsstelsel neemt het paard ze voer op. verkleint en verteert het in het verteringsproces worden de voedingsstoffen zo ver afgebroken dat de deeltjes verder door de darm wand kunnen worden opgenomen. als dit gebeurd zet het lichaam deze voedingsstoffen om in energie deze energie heeft elk paard nodig om normaal te kunnen functioneren. Het spijsverteringsstelsel van het paard is gevoelig daarom is gezond en voldoende van belang bij een paard helaas gaat dit niet altijd even goed, 

Slokdarmverstopping.

1. Wat is het?

Bij een slokdarmverstopping blijft het voer in de slokdarm steken.
2. Wat zijn de symptomen?

Het paard maakt een angstige indruk. Speeksel en schuim en voedseldeeltjes komen uit de mond maar kunnen ook uit de neusgaten komen. Het paard maakt kokhalzende geluiden en bewegingen.
3. Wanneer moet de dierenarts ingeschakeld worden?

Als er geen verbetering optreed en het paard extreem angstig word.
4. Wat mag/kun je zelf doen tot de dierenarts komt?

Geef een lichte massage aan de slokdarm om de doorstroom weer op gang te brengen. Zet water klaar voor de dierenarts.
5. Hoe wordt het behandeld?

Meestal lost de prop zelf op in 20 minuten. Als dat niet het geval is, kan de dierenarts medicijnen in de bloedbaan spuiten om de slokdarm te ontspannen en pijn te verlichten.

6. Hoe kan ik het (in de toekomst) voorkomen?

Slokdarmverstopping is te voorkomen door zorgvuldig te voeren. Voorkom dat het paard gulzig kan eten. Geef geen opzwellend voer zoals (onvoldoende geweekt) bietenpulp, grasbrok en dergelijke en geef nooit gras uit de gazonmaaier. Geef geen hoekige stukjes wortel of appel, maar geef deze lekkernijen als geheel. Een gezond paard kan een wortel of appel met gemak voldoende verkleinen.

Salmonella-infectie.

1. Wat is het?

Een ontsteking kan optreden door een bacterie, zoals salmonella. Veel paarden dragen de salmonellabacterie in het darmkanaal. Bij vermindering van de weerstand, bijvoorbeeld door stress, langdurig vervoer of een virusinfectie, wordt de slapende bacterie als het ware wakker, gaat zich vermenigvuldigen en maakt de drager ziek. Het paard krijgt koorts en ernstige diarree.
2. Wat zijn de symptomen?

Ernstig ziek, soms koliekverschijnselen en vaak (bloederige) diarree.
3. Wanneer moet de dierenarts ingeschakeld worden?

Bij hoge koorts en lusteloosheid. Als het paard heel ziek is kan het ook hoefbevangenheid krijgen.
4. Wat mag/kun je zelf doen tot de dierenarts komt?

Het paard isoleren en strenge hygiëne maatregelen nemen.
5. Hoe wordt het behandeld?

Met pijnstillers, koortsremmers, bescherming maag-darmkanaal.
6. Hoe kan ik het (in de toekomst) voorkomen?

Er zijn praktisch geen mogelijkheid om het te voorkomen.

Diarree.

1. Wat is het?

Waterige of brijachtige mest.
2. Wat zijn de symptomen?

Paarden met diarree hebben een dunne, waterige of brij-achtige mest en ze mesten vaker en meer dan normaal. Soms komt er eerst dunne mest en dan nog alleen maar een waterachtige vloeistof.
3. Wanneer moet de dierenarts ingeschakeld worden?

Er hoeft niet meteen een dierenarts te komen. Maar blijft het heel lang en heel dun, dan moet de dierenarts komen het paard heeft ook kans op uitdroging.
4. Wat mag/kun je zelf doen tot de dierenarts komt?

Niets want er is geen spoed.
5. Hoe wordt het behandeld?

Diarreeremmers.
6. Hoe kan ik het (in de toekomst) voorkomen?

Dit is niet te voorkomen.

Hyperlipemie.

1. Wat is het?

Het is een moeilijk woord voor bloedvervetting.
2. Wat zijn de symptomen?

Wil niets meer eten. Is zeer sloom. Wordt snel zwak. Speelt vaak nog wel wat met water, waardoor je de indruk krijgt dat het drinken wel goed gaat, maar dat valt vaak tegen.
3. Wanneer moet de dierenarts ingeschakeld worden?

Altijd.
4. Wat mag/kun je zelf doen tot de dierenarts komt?

Wachten er is wel spoed maar je kan zelf niets doen. 
5. Hoe wordt het behandeld?

Het paard dwangvoeden en een infuus. Het is belangrijk dat een paard met hyperlipemie intensief behandeld wordt en goed in de gaten gehouden wordt. Daarnaast kan aan de hand van herhaaldelijk bloedonderzoek de therapie bijgesteld worden.
6. Hoe kan ik het (in de toekomst) voorkomen?

Hou rekening met paarden die er gevoelig voor zijn.

Gasophoping.

1. Wat is het?

Lucht in de darmen. 
2. Wat zijn de symptomen?

Het paard is levenloos, rolt omdat het kramp in de buik heeft.
3. Wanneer moet de dierenarts ingeschakeld worden?

Meteen als je het paard ziet en dat die opgezwollen is. 
4. Wat mag/kun je zelf doen tot de dierenarts komt?

Wachten en het paard rustig houden.
5. Hoe wordt het behandeld? 

Het paard laten bewegen en de dierenarts kan eventueel een gaatje prikken om de lucht er uit te laten komen. 
6. Hoe kan ik het (in de toekomst) voorkomen?

Bij plotselinge veranderingen in de voersamenstelling kan de fermentatie (vertering door darmbacterien) verstoord worden. Als de darmflora niet langzaam kan wennen aan een andere voersamenstelling, wordt enorm veel gas geproduceerd.

Krampkoliek.

1. Wat is het?

Krampkoliek treed op als gevolg van verkramping van de darmen.
2. Wat zijn de symptomen?

Rollen, lusteloosheid.

3. Wanneer moet de dierenarts ingeschakeld worden?

Lichte koliek kan zelf worden behandeld, maar in veel gevallen zal er een dierenarts aan te pas moeten komen.
4. Wat mag/kun je zelf doen tot de dierenarts komt?

Je kan stappen met het paard aan de hand zodat de darm activiteiten door blijven gaan.
5. Hoe wordt het behandeld?

Spoelen van de darmen met olie. Als het heel erg is dan is een dan wordt het paard geopereerd.
6. Hoe kan ik het (in de toekomst) voorkomen?

Niet zomaar van voer veranderen of training van het paard en chronische stress veroorzaakt ook krampkoliek.

Zandkoliek.

1. Wat is het?

Zandkoliek is koliek dit is een verkramping of verdraaiing van de darmen. Bij zandkoliek zit er zand in de darmen.
2. Wat zijn de symptomen?

Lusteloosheid, vermagering, een opgezette buik, diarree en ongemak tijdens het rijden vertonen. De beweeglijkheid van de darmen neemt af en er ontstaat een verstopping of een ophoping van gas.
3. Wanneer moet de dierenarts ingeschakeld worden?

Als je ook maar vermoeden hebt dat het paard koliek heeft, dan moet de dierenarts komen.
4. Wat mag/kun je zelf doen tot de dierenarts komt?

Zorg dat het paard niet meer eet en stap met het paard rond zodat hij in beweging blijft en de darm activiteiten door blijven gaan.
5. Hoe wordt het behandeld?

Als je paard koliek ten gevolge van zand heeft is het zaak dat dit wordt afgevoerd. Dat lukt vaak niet in één keer maar hier gaat een periode van behandeling overheen. De dierenarts kan paraffine toedienen wat een laxerende werking heeft. Het voordeel van paraffine is dat het niet wordt opgenomen door het lichaam. Vervolgens geef je het paard een kuur van minimaal een week met fijn gemalen psylliumzaadjes (ook wel vlozaad genoemd). Als deze vezels in aanraking komen met vocht ontstaat een gelachtige substantie die het zand in de darmen afvoeren. Een enkele keer is een operatie nodig.
6. Hoe kan ik het (in de toekomst) voorkomen?

Voer je je paard buiten? Leg het voer dan niet op het zand maar verstrek het via een bestraat gedeelte van de paddock/wei. Is dat er niet? Geef dan het hooi in een bak of een grote teil.
Zet je paard niet te lang in een schrale weide of zanderige paddock. Uit verveling gaan paarden alle eetbare sprietjes opzoeken en op deze manier krijgen ze veel zand binnen.
Heeft jouw paard de vervelende gewoonte om zand op te likken? Controleer dan of je paard voldoende mineralen binnenkrijgt of zet hem buiten met een graasmasker/ bakje.